Port Fairy - en wij eten nooit meer fish en chips

We zijn eindelijk weg uit Pomonal, langs Ararat (of zoals Eric gisteravond zei, we hebben bijna de afslag Pomerol richting Arafat gemist... toen moest ie echt even slapen denk ik).

Vanmorgen nog met Graeme over alle borden hier gesproken (ik ga echt ooit een coffeetable book uitbrengen van bordjes, published by Haynes denk ik). Elke keer als we weer zo'n bord zien staan, rijden of lopen we er al heen, even checken wat we nu weer niet mogen of waar ze ons nou weer voor waarschuwen. Volgens Graeme zijn ze er alleen ter indekking, maar de Australiërs zelf 'Can't really be bothered'. Verder nog over de bosbranden, je beseft helemaal niet dat je in hetzelfde gebied zit waar je op het nieuws naar kijkt vol rook en ellende. We lost two lives, en wij zaten een beetje met onze bek vol tanden....

Nu naar Port Fairy, de omschrijving van ons motel zegt niet meer dan dat er voldoende parkeerplaats is en de wegbeschrijving dat we door landbouwgebied richting de mooie kuststrook gaan. Ik denk dat we dus maar even moeten afwachten. Hopelijk is er internet.

.....

Nou we zijn er en het is nog mooi ook zeg, wat zeg ik; denk Robe maar dan echt leuk. Hier rijden we rond langs huizen, sprookjes zijn het. Veranda's, langs het water, omringd door bloemetjes, je kijkt je ogen uit. In het motel nog een Nederlandse vriouw ontmoet die hier al 30 jaar woont, erg leuk mens. Je hoort trouwens nog steeds meteen als iemand Nederlands is hier, of ze hier nou 1 of 30 jaar wonen. Port Fairy is trouwens in 1946 ook helemaal ondergelopen, net als in Zeeland als je die foto's ziet. Kijk maar.

Het is vandaag opeens weer 15 graden, begon net ook nog te regenen. Eerst Fish en Chips in de beste zaak van Victoria gegeten. Ze stonden echt in de rij voor die vette bagger. We zijn nog misselijk! De middag hebben we dus eigenlijk een beetje binnen doorgebracht, dan maar de was gedaan hoewel ik volledig in paniek drie keer langs een soort mini vogelspin moest naar het washok. De derde keer toch Eric maar geroepen die door de pocket reader heen besloot dat het geen mooi beest was. Het spijt me, maar hij is opgeofferd voor mijn spinnenfobie. Dagje lekker huiselijk is trouwens ook wel eens lekker hoor, want ik merk dat we allebei moe zijn van die enkele nachten her en der. We slapen ook niet echt lekker en dan zit je 's ochtends in de auto al breeduit te gapen. Gisteravond maar lekker gaan eten en dat is goed gelukt. En geeft toe dan maakt het toch ook niet uit of het 15 of 25 graden is?!

Waar blijft de tijd....

We zijn echt al het gevoel van tijd kwijt. Als iemand vraagt hoever we zijn op onze tocht, zeggen we in week vier, omdat we denken dat we al bijna teruggaan. Maar met de kalender erbij, kwamen we erachter dat we pas drieënhalve week in Australië zijn. Ongelofelijk, het lijkt veel langer. Vandaag ook weer op weg, na twee nachten Pauline and Graeme. Het is 15 graden en volledig mistig. We rijden op een highway die geen enkele markering heeft. Je kunt hier echt uren rijden terwijl je misschien 5-10 auto's tegenkomt, die dan ook nog vriendelijk naar je zwaaien. Deze weg is dan wel extreem, maar de meeste highways zijn niet veel meer dan de N234 waar ik bijna dagelijks over naar Soest rij.

Gisteren nog met 29 graden de Grampians bewandeld. Meet the new Eric and Ellen; they do walks! Eric had in zijn hoofd gezet dat we 10 km moesten halen die dag, waarschijnlijk ingegeven door onze Engelse medegasten die 12 kilometer gingen lopen. Voornamelijk op initiatief van de man denk ik want toen ik vroeg of ze een lange wandeling gingen maken, mompelde zij naast me: 'I hope not...'.

Gelukkig waren we vroeg begonnen, want toen ik om 12 uur nog hele groepen tegelijk zich naar boven zag werken, kon ik toch niet laten irritant triomfantelijk te kijken, omdat wij de tocht achter de rug hadden. 's Morgens vroeg kwamen bij ons al stroompjes naar beneden op rug en voorhoofd, laat staan in de volle zon. Er schijnen in de Grampians rond de 900 bloemen en planten uit te komen rond deze tijd van het jaar. Wij hebben er zeker 15 geteld. Kan zijn dat we de gerelateerde plantjes voor één uitmaakten, maar 15 was ook al heel mooi.

's Middags bij Bij de Mc Kenzie falls ons al niet meer zo verse broodje opgegeten met de voeten in het water.

Daarna thuis als een blok in slaap gevallen. 's Avonds geboekt bij the Balconies, het eten was echt niveau gaarkeuken, verder was er een Jazz duo, wat later bleek te bestaan uit de eigenaar, die schijnbaar zo'n zijn zaak misbruikte (kon echt niet zingen en zeker geen Burt Bacharach) en een best goeie pianist. Het publiek bestond grotendeels uit wat ongelukkig kijkende oudere mensen. Gelukkig zaten wij buiten op de veranda en zo de vissenkom van buitenaf te bekijken. Eric werd nog aangevallen door een Secada of zoiets, een soort vliegend hert, dat tegen zijn hoofd aanvloog. Het arme beest heeft daarna een half uur geprobeerd een goeie opstijgplaats te vinden, tot onze buurman het niet langer kon aanzien en over de railing wierp. Ze schijnen rond de zomer uit de grond te komen en in groepen soms zo'n herrie te maken (zingen noemen ze dag hier) dat de schoolkinderen geen les meer kunnen krijgen en met oordopjes in de klas krijgen.

Pomonal

Vanmorgen sms van Ed en Pien, die zijn net in New York voor de marathon. Het is daar 15 uur vroeger, bizar. Ontbijt stond al klaar in de koelkast, 4 eitjes, tomaatje, flesje jus en een half brood met jam en boter. Ook nog een potje oploskoffie, maar daar zjin we sinds het NT (Northern Territory voor ingewijden) wel volledig vanaf gestapt. Vooral die in ons kamp, die was volgens mij gevriesdroogd in 1945. Onderweg dus maar bakje yochurt met muesli gegeten en een lekker cappie.

Op weg naar Pomonal. Niet te vinden door ons navigatiesysteem. Kaart erbij, een raadsel! Dan maar even aan de lokale bibliothecaresse vragen, die meteen zoals het hoort allerlei boekjes erbij pakte want ook zij had er nog nooit van gehoord. Bijna Tryntsje gebeld waar ze ons in godesnaam naar toe dacht te sturen, maar daar was het. Gewapend met kaart op pad, tot ik een briljante ingeving kreeg. Het ligt in een anderse staat nl. Victoria. En ja hoor onze Aussie tom tom wist precies waar Pomonal VIC lag. Dus... ja het is even wennen soms zo'n groot land.

Door een soort Drenthe gereden, vandaag ongeveer 400 km. Zijn best lange stukken dit en Eric verveelt zich duidelijk dood als passagier.

Even voor de goede orde, het is hier nu 36 graden terwijl er in alle statistieken een maximum van 23 graden staat voor deze periode. Wij en het weer in Australië, klopt niks van. Hier begint net het seizoen terwijl het in het noorden net was afgelopen. Hier heb je bloesem, en bloemen die net uitkomen. Waar we heen gaan schijnen in 2 maanden 900 verschillende bloemen uit te komen. Ben benieuwd.

Aangekomen bij Pauline en Graeme in Welch's on Wildflowers. Je ziet echt hier planten die je nergens anders tegenkomt. We zitten net buiten Halls Gap, Pomonal zelf is echt niets. Een General Store en jullie weten ondertussen wel dat dat niet zoveel voorstelt.

Halls Gap lijkt weer op een soort skidorp, net niet echt met allemaal boetiekjes en houten vlonders. Eigenlijk is het één grote kampeerplaats. Missie 1 was restaurants boeken voor 2 avonden, want het was long weekend. Eric gerustgesteld, dus konden we nog even het national park (the Grampians) in. We waren net onderweg toen ik 'een heel groot beest' ontdekte langs de kant van de weg. Eric remmen, was het een stekelvarken!

Had ik hem vol in de zoomlens, zat er geen SD kaartje in! Op een holletje terug naar de auto, maar toen had ie zich al verstopt in het gras. Daarna eindelijk een echte kangoeroe gezien, een prachtige rode vogel, en een supermier. Ik vroeg nog of Eric zijn hand iets dichter bij kon houden om het relatieve effect te tonen, maar de mier begon toen echt aan te vallen. Toen we naar een waterval toeliepen begon het (natuurlijk) weer te donderen en bliksemen. Op de terugweg heeft Eric nog) natuurmens als iej is gecommuniceerd met een witte papagaai, ik moet zeggen, ze zaten duidelijk op één lijn. Australiërs verstaat ie niet, maar papegaaien...geen probleem!

Terug naar onze B&B zagen we dat het ondertussen enorm druk was geworden. Het is schijnbaar een lang weekend hier en auto's vol met families en vrienden komen hiernaar toe om een weekend te kamperen en wandelen. Morgen tussen 8 en 9 ontbijten en dan gaan we weer eens ouderwets wandelen. Gelukkig net op tijd ontdekt dat we weer een half uur vooruit zijn gegaan in de tijd. Oh en weer geen internet, dus jullie lopen weer achter (lekker rustig dat wel).

Robe

Nu onderweg van Marananga naar Robe. Het landschap verandert ondertussen van een soort Zuid-Frankrijk vol cottages met tuinen vol met bloemen tot een Iers heuvellandschap vol net geschoren schapen (en ik bedoel ook echt vol) en overal verspreidde rotsblokken om daarna over te gaan in een soort ultrasaai Picardie met graanvelden. Overal langs de weg zie je magpies. Een woord dat Eric goed heeft onthouden, want de zwart-wit gevlekte beestjes (ziet er uit als een ekster, maar is een lark - is dat niet een merel?) vallen aan. Als je ze niet bevalt razen ze zo op je hoofd af en dan mag je hopen dat je op tijd je arm omhoog hebt. 'Watch out, magpie swoop'. Ach, ach houdt het dan nooit op.

Nu naar de oceaan, Robe ligt aan zee. We zijn er rond twee uur en blijven er één nachtje. We hobbelen achter de vrachtwagens aan die standaard 20 km /u te hard rijden. Mag je je er in Nederland dood aan ergeren, hier ben je blij als je er ééntje kunt bijhouden J.

Aangekomen in Robe, door Coorunga national park heen. Het is een enorm lange weg langs een binnenzee vol pelikanen, landschappen die je nog nooit gezien hebt en geen levende ziel in de verste verte. Bij Kingstown, de eerste stad (ik zou het nog geen gat willen noemen) gestopt om snel wat te eten. Je hebt alleen Fish sales and take away shops, waar je fish en chips en alles wat daar op lijkt, en lobster sandwiches kunt eten, die je buiten opeet. Voor 80 dollarcent heb je een zakje gepaneerde garnalen en voor 3 euro een zak verse fish en chips. Toen we binnenkwamen was er een ouder stel dat een cray fisch kwam uitzoeken. Cray fish is hier lobster of eigenlijk rock lobster. Nooit geweten dat een rock lobster de kreeften zijn zonder klauwen, ik ken alleen HET nummer. Er werd nog een beetje heen en weer gesteggeld over welke het moest worden en daarna ging een ruime kilo kreeft in een oude krant. De dame vertelde nog aan Eric dat ze vroeger gewoon de cray fish van de boot kon halen. Toen zij jong was stonden er waarschijnlijk maar 20 huizen en een lighthouse in Kingstown.

Daarna nog 50 km en we waren eindelijk in Robe. De B&B was meteen al leuk. Een briefje in de kast voor Eric and Ellen, dat the keys in the door zaten. Het is een soort chambres d'hotes, ook qua aankleding, dus je voelt je direct thuis. Het dorp ingelopen, langs de haven waar ze net alle kreeften kwamen laten wegen. Voor een kilo krijgen ze 75 dollar, het is echt goud binnenbrengen.

Robe zelf is op zich niet groot, het heeft hier iets luxe, alsof iedereen hier wel een zomerhuisje zou willen, maar ook iets kneuterigs. Het ligt aan het eind van een soort landtong en de omgeving is echt prachtig. Overal vindt je kleine cottages, en ook design huizen met prachtig uitzicht op de haven. Ze zijn overal enorme projecten aan het opzetten, ik denk inderdaad als tweede huis. Moet je nagaan dat als je vanaf Adelaide komt, je 4 uur onderweg bent. Vinden ze echt een kippeeindje hier.

Later in de kamer hoorden we het geluid van een heftige branding. Eric wilde meteen gaan kijken, dus met de auto naar de punt gereden. Zelden zo'n mooie plek gezien. Een punt in zee met allerlei kliffen vlakbij een vuurtoren, het uiterste puntje van Robe. De zon ging net onder en het was serieus een sprookje.

De fietstocht!

Ik had het helemaal bedacht, we gaan fietsen, altijd handig als je een wijntje wilt drinken en nog gezond ook. Laten ze hier nou gewoon twee fietsen hebben klaarstaan, dus wij als echte Hollanders op weg. DOM! Het is hier wijngebied, wijnstokken = heuvels.

Ik heb echt zelden zo amechtig een heuvel opgefietst, en dat op gravelpaadjes en dan 40 km lang. Tong op mijn knieën, we kunnen allebei niet meer lopen van de spierpijn. Respect graag.

Lunch bij Maggie Beers Farmer shop (http://www.maggiebeer.com.au/home/) nou dat was leuk. We kregen een soort picknickmand met patéetjes en Dukkah (nog nooit van gehoord) en als we wilden konden we nog een workshop koken meepikken, maar die hebben we aan ons voorbij laten gaan, we konden namelijk niet meer opstaan....

Bij de uitgang wordt je nog even welbewust langs de fazanten geleid (het was fazantenpaté), ach de natuur is hard maar wel een mooie foto van een pauw die wist wat ik net had gedaan.

Terug Terug fietsten we langs Penfolds, even de wijnen bekeken à raison de 2200 dollar. Daar de enige twee wijnen geproefd van de dag (geloof me daar heb je echt geen zin in als je fiets) en eindelijk naar huis, nou alsof je een finish overkwam, zo blij was ik dat we die fietsen weer mochten stallen. Maar wat kun je daarna toch ontzettend tevreden met jezelf zijn J.

Al met al is Barossa Valley echt erg mooi. De dorpjes liggen allemaal aan doorgaande wegen, daaromheen liggen de Stepford buitenwijken, ik denk dat er erg veel hele rijke mensen wonen hier. De wijnboeren zelf wonen op enorme landgoederen en begraven zich in familie mausoleums. Het leukste vond ik nog dat alle plaatsen orignieel een Duitse naam hadden als Langmeil en Gnadenfrei. De eerste mensen die zich hier gevestigd hebben waren namelijk Pruisen en Duitssprekende Polen. Na 1918 zijn alle Duitse plaatsnamen in één keer van de kaart geveegd en vervangen voor Aboriginal namen, gezien het jaartal denk ik dat ik wel weet waarom. De sporadische Bratwurst en Duitse specialiteitenwinkels zijn de laatste herinneringen die je hier en daar nog tegenkomt.

Gegeten in de tuin, ineens een enorm lawaai (alles klinkt trouwens hard hier met die tinnen daken). Rende een possum voorbij. Niet gezien, maar wel gehoord! Dat is een half vinkje.

Adelaide - Barossa Valley

Dinsdag 27 oktober

Gisteravond in een Thais restaurantje gegeten hier om de hoek. Erg lekker en dus veel te veel, met dikste vest aan dat we hadden naar buiten, zo koud was het ineens. Vanmorgen bij het ontbijt weer goede koffie, we keken elkaar echt vol verbazing aan boven die koppen. Als je koffie gewend bent van het Noorden, dan is alles wat ook naar koffie smaakt een enorme verrassing, zo eentje waar je erg blij van wordt.

We zijn nog even naar het museum van South Australia geweest, de ANZANG Photo competition bekeken. Echt heel mooi, vooral die macro foto's van mieren die een wesp uit elkaar trekken, kangoeroes die gestorven zijn door gebrek aan water. Echt prachtig, moet je maar eens kijken: http://www.anzangnature.com/.

Daarna onze ford focus opgehaald die ons de komende 8 dagen langs de Great Ocean road gaat rijden en op weg naar Glenelg. Langs de Adelaide central market, hard op de rem. Waren we toch vergeten dat we daar naar binnen wilden?! We hadden zo vijf etentjes in elkaar kunnen zetten, tussen ik weet niet hoeveel Chinsezen en Japanners, Sushi gegeten en toen dan eindelijk door.

P.S. Eric is nu in Bill Bryson aan het lezen, Down Under, de man en ik hebben duidelijk een band. Als je hoort hoe hij over al die rare beesten hier schrijft is echt te leuk, hij is net zo'n schijterd als ik. Als je naar Australië gaat, moet je het boek eigenlijk lezen als je er al een tijdje bent.

´s middags

Waar we nu toch terecht zijn gekomen! Barossa Valley, een soort Franse wijnvelden, alleen met palmbomen. Het is een plaatje, echt waar. Als we hier naartoe waren vroeger wijnreizen, had ik echt niet gezeurd. Hoewel mijn 40+ bril natuurlijk enorm vertekenend kan werken in dit opzicht. We zitten hier buiten met de zon op ons bol en hoeven echt niets te zeggen. Straks eten, filmpje halen bij de receptie en in ons riante bed.

Morgen gaan we fietsen halen en dan kunnen we nog een wijntje proeven onderweg. Ik weet niet waar we terecht komen, maar iedereen die van wijn houdt zou nu echt stinkend jaloers op ons moeten zijn.

Adelaide na de Ghan

Het is leuk hoor zo'n trein, maar slapen ho maar. Ons romantische diner met Olga heeft Eric al beschreven. Verder een dramatische nacht, gelukkig maakte het ontbijt weer veel goed. We zaten met een Australiër uit Sydney die de halve wereld al heeft afgereisd. Hij was ook een maand in Antarctica geweest, toen ik vroeg waarom Antartica (een terechte vraag vond ik zelf), zei hij alleen maar. 'What could be a better way to learn about Antarctica'. Ja daar kon ik even niks tegenin brengen tussen mijn cornflakes door. Hij was organist van de Sydney cathedral en echt zo'n man waar je uren naar kunt luisteren, nu bezig met een treintocht door zijn eigen land.

Verder een Duitse mooie dame, volgens mij ruim in de zeventig die met die Gruppe meereisde. Echt zo'n stijlvolle dame met een jong hart, die verliefd was op Sydney en verder bij alles wat ze had gezien had echt niet meer wist waar het was geweest. She loved Bavaria, en zoals zei het vertelde, zou je er bijna een keer naartoe gaan.

Oh en wat hoor ik, zijn we eindelijk van de krokodillen af, stappen we zo weer over op de spinnen. In Adelaide hebben we de redback, een zusje van de black widow, met een rode rug. En in Sydney een spin die gewoon aanvalt. Onze tafelgenoot wist te vertellen dat ze als ze aanvallen op hun achterste poten gaan staan en dan springen. Ik werd ter plekke niet goed. Hij had er (om ons gerust te stellen) maar twee gezien in zijn leven en ééntje had het niet overleefd. Hij was net zijn grasrand aan het trimmen.... 'What a stupid move to attack me when I'm armed'. Je snapt het al duizenden stukje spin vlogen door de lucht. Mooi verhaal, maar ik ben er niet geruster op geworden.

Om half 1 in Adelaide, hotel midden in de stad, maar wat een cultuurshock. Vanuit die volstrekt uitgestorven outback met vrindelijke mensen, opeens weer in een echte stad. Druk, lawaai, allemaal gehaaste mensen die je echt niet allemaal gedag kunt zeggen (ja dat doe je in het noorden J ). En de temperatuur. Het is hier dus 20 graden koeler en vooral ik ben helemaal van slag. Sydney schijnt op het moment zelfs in een soort permanente regenstorm te zitten. Geen mooie beelden, duimen dat het opknapt volgende week.

Verder is Adelaide zo op het eerste gezicht een leuke stad. Eindelijk weer wat oude gebouwen (eind 19e eeuw is oud hier) en hoogbouw maar niet hoger dan misschien 20 verdiepingen.

Studentenstad, scheelt ook, vind ik altijd gezellig en een universiteit waar je zo naar toe zou gaan. Ik heb ook nog nooit zoveel backpacker hostels gezien, hier kun je echt goedkoop op vakantie met je rugzak. Echt hoor als je de kans krijgt, gaan! Na school, tussen de studie, tijdens je saaie of leuke baan, maakt niet uit, echt gewoon doenl Het is een land om weken, maanden in rond te reizen.

Wist je dat je in elk hotel en of camping een wasserette hebt, dat geloof je toch niet. Zoals Bill Bryson zegt hoe kan zo'n enorm land toch zo georganiseerd zijn (hoewel ik niet weet of hij naar de wasserettes refereerde).

Wat wel echt erg is hier, is dat 1 op de 2 Australiërs echt te dik is, maar dan in de trand van, dat ze zich alleen nog waggelend kunnen voortbewegen, zo dik.In restaurants krijg je hier echt driedubbele porties, maar buiten gaat alles over afvallen, op radio, tv, posters. Eerlijk is eerlijk, je kunt hier ook moddervet worden als je wilt, want ze weten wel wat lekker eten is, maar het is denk ik wel volksziekte nummer 1 hier.

Column van Eric - vanuit de trein

Terug naar de bewoonde wereld.

Na 10 dagen kamperen in The Northern Territory nu in de trein van Alice Springs naar het 1500 km zuidelijker gelegen Aidelade.

Het kamperen is alleszins meegevallen en ik zou bijna durven zeggen dat we het leuk zijn gaan vinden. Met de camper was geweldig; op de meest fraaie locaties geslapen in het Kakadu Park en Litchfield Park. El heeft hier al veel over geschreven en aangezien ik het vrijwel volledig met haar eens ben, kan ik dat gedeelte rustig overslaan.

Echt een uitdaging werd de 3 dagen camping safari of wel een georganiseerde reis met ongeveer 20 Duitsers; het zijn net krokodillen je ziet ze overal en je probeert uit de buurt van hen te blijven. Onze Duitse vrienden spraken ook bijna geen Engels. Dus we hadden niet veel last van ze, behalve dan die ene die constant de meest smerige geluiden maakte, zijn vrouw op steeds geërgerde wijze commandeerde, steeds vooraan stond als er iets te eten of drinken was te krijgen en op een of andere manier altijd naast of achter ons zat.
Dus op weg met onze tour guides Gavin uit Nieuw Zeeland en Markus uit Duitsland, 2 echt leuke gasten. Gavin was de baas en een erg interessante vent, waarmee we al snel leuk contact hadden en veel mee hebben gesproken. Hij woont al 15 jaar in Japan met een prachtige rijke jonge Japanse vrouw, was jaren lang een gevierd comedian op de Japanse TV, bezat veel onroerend goed in Australie, Nieuw Zeeland en zelfs Amerika, deed al het onderhoud op zijn huizen zelf en studeerde een bepaalde vorm van architectuur. Oh ja ook nog een begenadigd beoefenaar van karate. Na 3 dagen van prachtige verhalen kregen we toch het gevoel waarom doet zo´n man dit werk voor meerdere maanden achterelkaar. Wellicht een geoefend leugenaar, we weten het nog niet. Maar als we thuis komen toch even googelen op Gavin White.

Maar de camping safari was wel een goot succes en hebben we allebei erg van genoten. De outback is eigenlijk onbewoonbaar maar voor de toeristen zijn er delen enigszins ontwikkeld zodat er ook gekampeerd kan worden. Iedere ochtend rond de klok van 4 eruit om prachtige wandelingen te maken door de waanzinnige omgeving, her en der liggen rotsen in de woestijn van tientallen kilometers omtrek, een paar honderd meter hoog en ook nog eens een paar kilometer onder de grond. Schijnt allemaal tientallen miljoenen jaren geleden te zijn ontstaan toen Australie nog onder water. Het land behoort toe aan de Aboriginals en grote delen zijn dan ook niet toegankelijk vanwege het feit dat het voor hen heilige grond betreft. Na eerst een nogal racistische uitleg te hebben gekregen van een eerdere tour guide later ook veel genuanceerde verhalen gehoord over hun manier van leven en ik heb ook het idee dat de Australische regering, alhoewel misschien een beetje laat, veel voor hen doet. Aan de andere kant zijn de Aboriginals ook big business voor Australie, een groot deel van de toeristen industrie in de outback is hierop gebaseerd. Toch blijft het voor ons wennen om vrijwel geen enkele Aboriginal te zien werken en wel overal in de schaduw te zien zitten. Maar de verhalen hoe zij gedurende duizenden jaren hebben geleefd in deze in mijn ogen onleefbare natuur zijn ontzettend interessant en ook de Australiër heeft er veel van geleerd hoe deze natuur in stand moet worden gehouden. De laatste 150 jaar zijn er nogal wat dieren en planten geïmporteerd die de fragiele balans van de oorspronkelijke natuur hebben verstoord en er wordt nu geprobeerd deze balans weer terug te krijgen en de Aboriginal cultuur en kennis speelt daarin een cruciale rol.

Dus nu 22 uur in de trein met de naam The Ghan, afgeleid van Afghanistan vanwege de daarvandaan geïmporteerde kamelen die in vroeger tijden zorgden voor het transport van mensen en goederen van het noorden naar het zuiden en vice versa. Deze kamelen zijn overigens een aardig voorbeeld van een geïmporteerd dier dat de balans verstoort. Kamelen vreten echt alles en bedreigen daarmee het voortbestaan van veel oorspronkelijke vegetatie en dieren. Er leven er inmiddels meer dan een miljoen in de outback en ze mogen worden afgeschoten, sterker nog het wordt zelfs gepromoot.

The Ghan is precies wat we ervan hadden verwacht en zoals je dergelijke treinen in films tegenkomt, prachtige ouderwetse en luxe inrichting en ontvangst met een glaasje champagne in de barwagon. Onze couchette is ook helemaal top en zelfs voorzien van wc en douche. ´s avonds werden we ontvangen in de restauratiewagon en ook deze voldeed volledig aan onze hoge verwachtingen, totdat we ons tafelgezelschap aanschouwden. Een vriendelijk ogende Duitser en een enorme vrouw (althans dat denk ik) met een blik waarvan je doodsbang wordt. Olga Lowina zal waarschijnlijk uit Oost Duitsland komen en in haar jeugd een begenadigd worstelaar zijn geweest en in die periode volgestouwd zijn met verboden middelen en mannelijke hormonen. Dit heeft geleid tot een hulk van zeker 150 kilo, 2 keer zo breed als haar tafelheer, weelderig behaarde armen en een uitstraling als Ayers Rock (je weet wel zo´n Australische rots die ik eerder beschreef). En dan haar handen, uiteraard qua afmeting ook weer volledig in proportie maar met aan beide pinken vlijmscherpe lange nagels; ik vermoed dodelijke wapens. Toch enigszins aangeslagen probeerde ik gezellig de eerste discussie te starten en zoals je al vermoedde stopte dat bij de hulk; ze keek volledig door me heen en we hebben ook niet meer geprobeerd Anschluss (sorry, teveel Duitser gezien de laatste week) te zoeken en hebben er samen een gezellige avond van gemaakt en ons tafelgezelschap verder genegeerd. Overigens heerlijk gegeten. Het enige wat ik nog van Olga heb gemerkt is een soort gegrom, waarschijnlijk lachen, toen ik probeerde een glas wijn in te schenken met de schroefdop nog op de fles. Aan het einde van de avond stond Olga op en verdween; haar tafelheer bleef alleen achter. El was zo beleefd om alsnog een gesprek met hem aan te gaan en het een bleek een uitermate vriendelijke man te zijn, die met een groep reist en helemaal niets te maken had met Olga. Achteraf wel triest, deze man moet een vreselijke avond hebben gehad.

Nog een uurtje treinreizen en we komen aan in Aidelade waar we het prachtige wijngebied Barossa Valley gaan doorkruizen.